logo
Listen Language Learn
thumb

Echt Gebeurd - Afl. 266 Het lichaam: Gerard van Santen

-
+
15
30

Gerard van Santen vertelt een verhaal over pijn als tegenstander en metgezel.

Zie het privacybeleid op https://art19.com/privacy en de privacyverklaring van Californië op https://art19.com/privacy#do-not-sell-my-info.

Welkom
bij
aflevering
266
van
Echt
Gebeurd.
De
podcast
waarin
waargebeurde
verhalen
worden
verteld
door
de
mensen
die
ze
zelf
hebben
meegemaakt.
Deze
week
een
verhaal
dat
Gerard
van
Santen
in
oktober
2018
bij
ons
vertelde
tijdens
een
verhaal
een
middag
rond
het
thema
het
lichaam.
Goedemiddag,
ik
ben
chronisch
zenuwpijn
patiënt
en
toch
na
meer
dan
vijftien
operaties
en
het
uiteinde
plaatsen
van
de
neurostimulator
om
de
signalen
naar
mijn
hersenen
tegen
te
houden.
Pijnsignalen
tegen
te
houden
vind
ik
mezelf
toch
een
pikkie.
Ik
zal
proberen
uit
te
leggen,
maar
dan
moet
ik
heel
ver
teruggaan
in
de
tijd.
De
eerste
pijn
waar
ik
ervaring
mee
had.
toen
ik
vier
jaar
was.
Ik
speelde
met
mijn
iets
oudere
neefje
in
de
speeltuin
en
ik
zat
op
zo'n
stoeltje.
Je
kent
dat
wel,
die
molentjes
die
we
vroeger
hadden.
Volgens
mij
zijn
ze
nu
verboden,
maar
ik
zat
op
een
stoeltje.
En
mijn
neef
Stijn,
die
duurde
de
draaimolen
rond
en
steeds
harder.
En
ik
riep
Stijn,
Stijn
stop,
ik
wil
eraf.
Het
gaat
veel
te
hard
en
Stijn
luistert
natuurlijk
niet
en
hij
duwde
nog
harder.
Toen
dacht
ik.
Ik
stap
af.
Het
volgende
moment
herinnerde
ik
mij
dat
ik
op
de
grond
lag
en
de
grote
mevrouw
met
een
witte
jurk
en
een
wit
kapje
op
haar
hoofd
zich
over
mij
heen
boog
en
een
deken
over
mij
legde.
Twee
dagen
later
werd
ik
wakker
in
een
ziekenhuis.
Weer
een
paar
maanden
later
werd
ik
van
de
kleuterschool
gedragen.
Ik
kon
niet
meer
lopen.
Ik
had
last
van
mijn
rug.
Mijn
billen
deden
pijn.
We
zijn
naar
de
huisarts
gegaan
en
hij
zei
van
je
lijdt
waarschijnlijk
aan
kinder
reumatische
pijnen.
Daar
groeien
wel
overheen,
maar
dat
gebeurde
niet.
En
dan
moet
je
weten
dat
ik
ben
opgegroeid
in
een
huis
waar
fysiek
en
geestelijk
geweld
dagelijks
aan
de
orde
waren.
Mijn
vader
is
als
17
jarige
Rotterdamse
jongen
in
1945
zich
gaan
aanmelden
bij
het
eerste
Bataljon
Oorlogsvrijwilligers
of
over
Weyers
en
is
uitgezonden
naar
Indonesië.
Daar
is
ie
in
de
vuile
oorlog
terechtgekomen
en
als
een
van
de
weinigen
is
hij
in
Indonesië
gebleven
en
is
in
1953
getrouwd
met
mijn
moeder.
Het
mooiste
meisje
van
Ambon.
Ikzelf
ben
ook
op
Ambon
geboren
in
1957.
In
Achtenvijftig
stuurde
Soekarno
alle
Nederlanders
het
land
uit
en
moesten
we
terug
naar
Nederland.
Via
Kamp
Vught
kwamen
we
terecht
in
een
twee
kamer
flatje
in
Den
Haag.
Toen
ik
12
werd
en
ik
naar
de
middelbare
school
moest,
beloofde
ik
mijzelf
drie
dingen.
Ik
zou
nooit
roken,
nooit
drinken
en
nooit
vloeken.
En
ik
dacht
als
mij
dat
lukt,
dan
lukt
mij
alles.
kan
ik
de
hele
wereld
aan.
En
tot
op
de
dag
van
vandaag
en
ook
de
dagen
die
hierna
komen,
houd
ik
me
aan
deze
beloftes.
Na
mijn
studie
in
79
besloot
ik
waarschijnlijk
in
de
voetsporen
treden
van
mijn
vader
beroepsmilitair
te
worden.
Tijdens
de
keuring
en
de
officiersopleiding
vertelde
ik
natuurlijk
niets
over
mijn
pijn.
Ik
werd
uiteindelijk
Compiz
commandant
van
een
opleiding
en
iedere
twee
maanden
kreeg
ik
400
frisse
burgers
die
ik
onder
de
krijste
stelde
in
de
filmzaal
en
die
vervolgens
naar
de
foerier
moesten
om
in
militaire
kleding
en
een
persoonlijk
wapen
een
uzi
op
te
halen.
En
ze
moesten
zich
verzamelen
op
het
exercitie
en
de
sergeanten.
De
commandanten
dat
ieder
twintig
soldaten
en
ik
gaf
ze
de
opdracht
om
de
koppen
test
te
lopen
een
12
minuten
loop.
De
soldaten
mochten
dat
gewoon
in
sportkleding
doen
en
de
sergeant
moest
dat
in
zich.
nu
doen
met
zijn
kistjes
aan.
En
aangezien
ik
ontdekt
had
dat
het
beste
medicijn
tegen
pijn,
conditie
en
spierkracht
was,
was
ik
volledig
in
topconditie.
En
ik
liep
alle
twintig
testen
die
dag
65
kilometer
in
gevest
nu
en
plusjes.
Na
zes
jaar
besloot
ik
het
leger
te
verlaten
en
stort
ik
mij
als
zelfstandig
ondernemer
in
het
bedrijfsleven.
En
de
pijn
ging
gewoon
met
mij
mee.
Op
een
gegeven
moment
was
het
zo
erg
dat
ik
niet
eens
met
mijn
jongste
dochter
kon
dragen.
En
Simone
mijn
vrouw,
die
zei
van.
Nu
is
het
klaar.
We
gaan
hulp
zoeken
en
maakt
een
afspraak
met
een
orthopeed
die
zei
meneer
Van.
Volgens
mij
zit
u
binnen
tien
jaar
in
een
rolstoel.
Dat
was
natuurlijk
niet
zijn
hele
beste
mededeling.
Ik
was
trouwens
pas
38
en
Simone
gelukkig
dat
al
voordat
ik
het
wist
een
te
openen
aangevraagd
bij
dokter
Pavlov.
De
Sint
Maartenskliniek,
Rots
in
Arnhem
en
in
Nijmegen.
En
binnen
een
paar
weken
lag
ik
op
de
operatietafel
en
vervolgens
drie
maanden
plat
in
een
ziekenhuisbed
in
de
huiskamer.
Vele
operaties
volgden.
Uiteindelijk
begon
het
allemaal
wat
minder
te
worden,
op
het
werk
werd
het
minder.
Het
begon
de
spanningen
te
ontstaan.
Ook
privé.
En
de
pijn
werd
niet
minder.
De
maat
was
vol.
We
keken
elkaar
weer
aan
en
we
besloten
ons
op
te
geven
voor
een
zelfmanagement
cursus
in
België.
Dat
was
een
week
intern
en
in
dat
half
jaar
meerdere
terugkom
dagen.
Iedere
ochtend
begon
met
de
vijver
en
het
was
in
november
en
dan
moesten
we
de
vijver
in
en
vervolgens
kregen
we
de
volgende
trainingen.
Je
kan
je
voorstellen,
in
november
is
dat
best
wel
koud.
Eén
van
die
trainingen
was
een
oefening.
Was
dat
we
ook
door
het
moeras
moesten?
En
de
rode
draad
door
die
training
was
dat
je
in
je
gevoel
moest
komen
en
vooral
je
op
jezelf
richten
op
je
eigen
benen
moest
staan.
moet
je
voorstellen
dat
het
loopje
of
plotten
je
doordat
Puras
en
een
paar
meter
vormen.
Die
moest
moeite
doen
omdat
door
dat
moeras
heen
te
komen.
En
ik
dacht
van
jou.
En
wat
als
er
wat
met
haar
gebeurt?
Dan
moet
ik
op
tijd
bij
haar
zijn.
Maar
dat
was
ten
strengste
verboden.
En
ik
dacht
volgens
mij
hebben
ze
de
verkeerde
handleiding
gelezen
en
in
mijn
hoofd
had
ik
het
handboek
voor
de
soldaat.
Je
laat
je
maatje
toch
niet
in
de
steek?
Ze
verweten
mij
dat
ik
geen
gevoel
had
dat
ik
niet
in
mijn
gevoel
kon
komen.
En
ik
dacht
ja,
ik
heb
een
harnas
aangetrokken.
Ik
was
onkwetsbaar.
In
februari,
de
maand
waar
ik
ook
jaren
in
waarin
ik
ook
jarig
was,
bleek
ook
de
koudste
februarimaand
sinds
de
laatste
Elfstedentocht.
Moesten
we
ook
weer
iedere
ochtend
naar
de
vijver.
Maar
die
nacht
had
het
meer
dan
tien
graden
gevroren
en
bij
de
vijver
aankomende
lag
er
alleen
maar
ijs
en
we
wilden
al
terug.
Maar
de
trainer
zei
tegen
ons
van
nee,
jullie
slaan
maar
en
dat
laat
je
langzaam
in
dat
water
zakken
om
te
voelen.
De
helft
van
de
groep
deed
het
niet.
Die
durfden
niet
en
de
andere
helft
die
het
wel
durfde
kregen
na
afloop
een
diploma.
Het
IJsberen
diploma
en
op
een
gegeven
moment
werd
mijn
naam
geroepen
van
Gerard.
Nu
ben
jij
aan
de
beurt.
Door
overmoed
bevangen
nam
ik
een
aanloop,
rendeert
de
steiger
af
en
dook
ik
in
het
wak.
Ik
realiseerde
me
helemaal
niet
dat
ik
waarschijnlijk
helemaal
niet
in
het
wak
weer
boven
water
zou
komen.
Vele
meters
verder
onder
het
ijs
stootte
ik
mijn
hoofd
tegen
het
plafond
van
de
vijver.
Nou
blijkt
dat
wist
ik
toen
niet
dat
het
ijs
onder
het
water
helemaal
niet
glad
is.
Dus
hartstikke
scherp
met
allemaal
scherpe
puntjes.
Ik
keek
om
me
heen
en
ik
wist
niet
waar
ik
heen
moest.
En
op
de
één
of
andere
manier
kwam
er
een
bepaalde
rust
over
mij
heen
en
ik
raakte
niet
in
paniek.
Langzaam
maar
zeker
zag
ik
in
de
verte
iets
wits.
Ik
kwam
in
een
tunnel
van
wit
licht
terecht
en
dat
wit
licht
in
de
verte
witter
dan
wit
lonkte
mij.
En
ik
dacht
van.
Als
dit
het
is,
dan
heb
ik
daar
wel
vrede
mee.
Weg
pijn,
weg
verdriet
om
vroeger
dat
als
ik
een
minuut
te
laat
thuiskwam.
Mijn
vader
meenam
naar
de
garage.
Mijn
broek
naar
beneden
trok
en
mij
sloeg
met
mijn
eigen
riem
weg
van
het
verdriet
om
onze
dochter,
die
maar
twee
maanden
in
ons
jonge
leven
mocht
zijn.
Weg
van
de
gebeurtenis
dat
ik
op
17
jarige
leeftijd
samen
met
prinsesje
van
vijf
in
acht
op
de
brommer
werd
geschept
door
een
auto
en
wij
zwaargewond
in
het
ziekenhuis
terechtkwamen.
En
dat
mijn
moeder
vroeg
Gerry,
want
ik
heette
Gerrie
in
de
familie.
Vind
je
het
erg
als
pappa
en
ik
toch
op
vakantie
gaan?
Want
hij
heeft
zo
hard
gewerkt
en
hij
is
er
zo
aan
toe.
En
daar
gingen
ze
en
wij
bleven
achter
in
het
ziekenhuis.
Ineens
ging
er
een
siddering
door
mijn
lichaam
en
mijn
geest
nam
de
regie
weer
over
en
ik
dacht
nee,
dit
kan
toch
niet
het
einde
zijn.
Er
is
nog
zoveel
te
doen
voor
mezelf
en
met
de
mensen
die
ik
liefheb.
En
plots
herinnerde
ik
mij
de
duikers
oefening
uit
mijn
militaire
leven.
Waarin
mij
verteld
werd
dat
als
je
onder
het
ijs
bent,
moet
je
niet
naar
het
licht
gaan,
maar
moet
je
het
zwart
op
zoek.
Ik
keek
om
me
heen
en
in
de
verte
zag
ik
het
zwart
en
met
de
laatste
krachtinspanning
zwom
ik
naar
het
gat
en
sprong
ik
uit
het
water.
Mijn
hoofd
droop
van
het
bloed
en
ik
zag
daar
mijn
mede
cursisten.
Die
stonden
op
op
de
steiger
en
begonnen
ineens
te
zingen.
Lang
zal
leven
zingen.
Ja,
het
was
tenslotte
toch
mijn
verjaardag.
Vanaf
dat
moment
heb
ik
mijn
pijn
als
mijn
metgezel
gezien
en
heb
ik
vrede
gesloten
met
mijn
pijn
en
zorg
ik
voor
mijn
pijn.
En
zie
ik
mijn
pijn
als
mijn
beste
vriend
zijn
beste
vriend
je
nooit
verlaat.
Hebben
jullie
wel?
Je
hoorde
een
verhaal
dat
van
Santen
twee
jaar
geleden
vertelde
tijdens
een
echt
gebeurd
verhaal
de
middag
in
comedy
club
Toomler
in
Amsterdam.
Het
afgelopen
halfjaar
lagen
onze
middagen
nagenoeg
stil
vanwege
de
korona
maatregelen.
Maar
in
juli
hebben
we
er
eentje
uitgeprobeerd
voor
een
klein
publiek.
Volgende
week
zondag,
op
13
september,
organiseren
we
opnieuw
een
aangepaste
verhalen.
Middag
deze
keer
met
als
thema
Marokko.
De
kaarten
gaan
hard,
maar
voor
iedereen
die
er
niet
bij
kan
zijn,
verschijnen
er
later
natuurlijk
verhalen
uit
die
middag
op
deze
podcast.
De
redactie
van
Echt
Gebeurt
bestaat
uit
Micha
Wertheim,
Suzanne,
Rosa
van
Toledo,
Maarten
Westerveld
en
mijzelf
Paulien
Cornelisse.
De
productie
doet
even
zwaar
afhing
techniek
voor
deze
aflevering
deed.
Roland
van
der
Grinten.
De
podcast
wordt
gemaakt
door
Gijsbert
van
der
Wal.
Dit
was
aflevering
266.
Bedankt
voor
het
luisteren
en
onthoud
als
je
onder
het
ijs
komt,
moet
je
niet
naar
het
licht
toegaan,
maar
moet
je
het
zwart
opzoeken.
Check out more Echt Gebeurd

See below for the full transcript

Welkom bij aflevering 266 van Echt Gebeurd. De podcast waarin waargebeurde verhalen worden verteld door de mensen die ze zelf hebben meegemaakt. Deze week een verhaal dat Gerard van Santen in oktober 2018 bij ons vertelde tijdens een verhaal een middag rond het thema het lichaam. Goedemiddag, ik ben chronisch zenuwpijn patiënt en toch na meer dan vijftien operaties en het uiteinde plaatsen van de neurostimulator om de signalen naar mijn hersenen tegen te houden. Pijnsignalen tegen te houden vind ik mezelf toch een pikkie. Ik zal proberen uit te leggen, maar dan moet ik heel ver teruggaan in de tijd. De eerste pijn waar ik ervaring mee had. toen ik vier jaar was. Ik speelde met mijn iets oudere neefje in de speeltuin en ik zat op zo'n stoeltje. Je kent dat wel, die molentjes die we vroeger hadden. Volgens mij zijn ze nu verboden, maar ik zat op een stoeltje. En mijn neef Stijn, die duurde de draaimolen rond en steeds harder. En ik riep Stijn, Stijn stop, ik wil eraf. Het gaat veel te hard en Stijn luistert natuurlijk niet en hij duwde nog harder. Toen dacht ik. Ik stap af. Het volgende moment herinnerde ik mij dat ik op de grond lag en de grote mevrouw met een witte jurk en een wit kapje op haar hoofd zich over mij heen boog en een deken over mij legde. Twee dagen later werd ik wakker in een ziekenhuis. Weer een paar maanden later werd ik van de kleuterschool gedragen. Ik kon niet meer lopen. Ik had last van mijn rug. Mijn billen deden pijn. We zijn naar de huisarts gegaan en hij zei van je lijdt waarschijnlijk aan kinder reumatische pijnen. Daar groeien wel overheen, maar dat gebeurde niet. En dan moet je weten dat ik ben opgegroeid in een huis waar fysiek en geestelijk geweld dagelijks aan de orde waren. Mijn vader is als 17 jarige Rotterdamse jongen in 1945 zich gaan aanmelden bij het eerste Bataljon Oorlogsvrijwilligers of over Weyers en is uitgezonden naar Indonesië. Daar is ie in de vuile oorlog terechtgekomen en als een van de weinigen is hij in Indonesië gebleven en is in 1953 getrouwd met mijn moeder. Het mooiste meisje van Ambon. Ikzelf ben ook op Ambon geboren in 1957. In Achtenvijftig stuurde Soekarno alle Nederlanders het land uit en moesten we terug naar Nederland. Via Kamp Vught kwamen we terecht in een twee kamer flatje in Den Haag. Toen ik 12 werd en ik naar de middelbare school moest, beloofde ik mijzelf drie dingen. Ik zou nooit roken, nooit drinken en nooit vloeken. En ik dacht als mij dat lukt, dan lukt mij alles. kan ik de hele wereld aan. En tot op de dag van vandaag en ook de dagen die hierna komen, houd ik me aan deze beloftes. Na mijn studie in 79 besloot ik waarschijnlijk in de voetsporen treden van mijn vader beroepsmilitair te worden. Tijdens de keuring en de officiersopleiding vertelde ik natuurlijk niets over mijn pijn. Ik werd uiteindelijk Compiz commandant van een opleiding en iedere twee maanden kreeg ik 400 frisse burgers die ik onder de krijste stelde in de filmzaal en die vervolgens naar de foerier moesten om in militaire kleding en een persoonlijk wapen een uzi op te halen. En ze moesten zich verzamelen op het exercitie en de sergeanten. De commandanten dat ieder twintig soldaten en ik gaf ze de opdracht om de koppen test te lopen een 12 minuten loop. De soldaten mochten dat gewoon in sportkleding doen en de sergeant moest dat in zich. nu doen met zijn kistjes aan. En aangezien ik ontdekt had dat het beste medicijn tegen pijn, conditie en spierkracht was, was ik volledig in topconditie. En ik liep alle twintig testen die dag 65 kilometer in gevest nu en plusjes. Na zes jaar besloot ik het leger te verlaten en stort ik mij als zelfstandig ondernemer in het bedrijfsleven. En de pijn ging gewoon met mij mee. Op een gegeven moment was het zo erg dat ik niet eens met mijn jongste dochter kon dragen. En Simone mijn vrouw, die zei van. Nu is het klaar. We gaan hulp zoeken en maakt een afspraak met een orthopeed die zei meneer Van. Volgens mij zit u binnen tien jaar in een rolstoel. Dat was natuurlijk niet zijn hele beste mededeling. Ik was trouwens pas 38 en Simone gelukkig dat al voordat ik het wist een te openen aangevraagd bij dokter Pavlov. De Sint Maartenskliniek, Rots in Arnhem en in Nijmegen. En binnen een paar weken lag ik op de operatietafel en vervolgens drie maanden plat in een ziekenhuisbed in de huiskamer. Vele operaties volgden. Uiteindelijk begon het allemaal wat minder te worden, op het werk werd het minder. Het begon de spanningen te ontstaan. Ook privé. En de pijn werd niet minder. De maat was vol. We keken elkaar weer aan en we besloten ons op te geven voor een zelfmanagement cursus in België. Dat was een week intern en in dat half jaar meerdere terugkom dagen. Iedere ochtend begon met de vijver en het was in november en dan moesten we de vijver in en vervolgens kregen we de volgende trainingen. Je kan je voorstellen, in november is dat best wel koud. Eén van die trainingen was een oefening. Was dat we ook door het moeras moesten? En de rode draad door die training was dat je in je gevoel moest komen en vooral je op jezelf richten op je eigen benen moest staan. moet je voorstellen dat het loopje of plotten je doordat Puras en een paar meter vormen. Die moest moeite doen omdat door dat moeras heen te komen. En ik dacht van jou. En wat als er wat met haar gebeurt? Dan moet ik op tijd bij haar zijn. Maar dat was ten strengste verboden. En ik dacht volgens mij hebben ze de verkeerde handleiding gelezen en in mijn hoofd had ik het handboek voor de soldaat. Je laat je maatje toch niet in de steek? Ze verweten mij dat ik geen gevoel had dat ik niet in mijn gevoel kon komen. En ik dacht ja, ik heb een harnas aangetrokken. Ik was onkwetsbaar. In februari, de maand waar ik ook jaren in waarin ik ook jarig was, bleek ook de koudste februarimaand sinds de laatste Elfstedentocht. Moesten we ook weer iedere ochtend naar de vijver. Maar die nacht had het meer dan tien graden gevroren en bij de vijver aankomende lag er alleen maar ijs en we wilden al terug. Maar de trainer zei tegen ons van nee, jullie slaan maar en dat laat je langzaam in dat water zakken om te voelen. De helft van de groep deed het niet. Die durfden niet en de andere helft die het wel durfde kregen na afloop een diploma. Het IJsberen diploma en op een gegeven moment werd mijn naam geroepen van Gerard. Nu ben jij aan de beurt. Door overmoed bevangen nam ik een aanloop, rendeert de steiger af en dook ik in het wak. Ik realiseerde me helemaal niet dat ik waarschijnlijk helemaal niet in het wak weer boven water zou komen. Vele meters verder onder het ijs stootte ik mijn hoofd tegen het plafond van de vijver. Nou blijkt dat wist ik toen niet dat het ijs onder het water helemaal niet glad is. Dus hartstikke scherp met allemaal scherpe puntjes. Ik keek om me heen en ik wist niet waar ik heen moest. En op de één of andere manier kwam er een bepaalde rust over mij heen en ik raakte niet in paniek. Langzaam maar zeker zag ik in de verte iets wits. Ik kwam in een tunnel van wit licht terecht en dat wit licht in de verte witter dan wit lonkte mij. En ik dacht van. Als dit het is, dan heb ik daar wel vrede mee. Weg pijn, weg verdriet om vroeger dat als ik een minuut te laat thuiskwam. Mijn vader meenam naar de garage. Mijn broek naar beneden trok en mij sloeg met mijn eigen riem weg van het verdriet om onze dochter, die maar twee maanden in ons jonge leven mocht zijn. Weg van de gebeurtenis dat ik op 17 jarige leeftijd samen met prinsesje van vijf in acht op de brommer werd geschept door een auto en wij zwaargewond in het ziekenhuis terechtkwamen. En dat mijn moeder vroeg Gerry, want ik heette Gerrie in de familie. Vind je het erg als pappa en ik toch op vakantie gaan? Want hij heeft zo hard gewerkt en hij is er zo aan toe. En daar gingen ze en wij bleven achter in het ziekenhuis. Ineens ging er een siddering door mijn lichaam en mijn geest nam de regie weer over en ik dacht nee, dit kan toch niet het einde zijn. Er is nog zoveel te doen voor mezelf en met de mensen die ik liefheb. En plots herinnerde ik mij de duikers oefening uit mijn militaire leven. Waarin mij verteld werd dat als je onder het ijs bent, moet je niet naar het licht gaan, maar moet je het zwart op zoek. Ik keek om me heen en in de verte zag ik het zwart en met de laatste krachtinspanning zwom ik naar het gat en sprong ik uit het water. Mijn hoofd droop van het bloed en ik zag daar mijn mede cursisten. Die stonden op op de steiger en begonnen ineens te zingen. Lang zal leven zingen. Ja, het was tenslotte toch mijn verjaardag. Vanaf dat moment heb ik mijn pijn als mijn metgezel gezien en heb ik vrede gesloten met mijn pijn en zorg ik voor mijn pijn. En zie ik mijn pijn als mijn beste vriend zijn beste vriend je nooit verlaat. Hebben jullie wel? Je hoorde een verhaal dat van Santen twee jaar geleden vertelde tijdens een echt gebeurd verhaal de middag in comedy club Toomler in Amsterdam. Het afgelopen halfjaar lagen onze middagen nagenoeg stil vanwege de korona maatregelen. Maar in juli hebben we er eentje uitgeprobeerd voor een klein publiek. Volgende week zondag, op 13 september, organiseren we opnieuw een aangepaste verhalen. Middag deze keer met als thema Marokko. De kaarten gaan hard, maar voor iedereen die er niet bij kan zijn, verschijnen er later natuurlijk verhalen uit die middag op deze podcast. De redactie van Echt Gebeurt bestaat uit Micha Wertheim, Suzanne, Rosa van Toledo, Maarten Westerveld en mijzelf Paulien Cornelisse. De productie doet even zwaar afhing techniek voor deze aflevering deed. Roland van der Grinten. De podcast wordt gemaakt door Gijsbert van der Wal. Dit was aflevering 266. Bedankt voor het luisteren en onthoud als je onder het ijs komt, moet je niet naar het licht toegaan, maar moet je het zwart opzoeken.

Translation Word Bank
AdBlock detected!

Your Add Blocker will interfere with the Google Translator. Please disable it for a better experience.

dismiss